Evangeliarium van Susteren

Schatkamer ’t Stift

In 2021 werd met steun van Stichting Boek & Wurm in Leuven het Evangeliarium afkomstig uit de collectie van de St. Amalberabasiliek gerestaureerd.

Hier volgt een beschrijving van het boek en de restauratie.

Book Heritage Lab ‐ KU Leuven
Faculteit Theologie en Religiewetenschappen ‐ KU Leuven
Lieve Watteeuw  i.s.m. Roosje Baele en Marina van Bos

Plaats van ontstaan: Luik (?), Latere toevoegingen: Maasland, Gelderland, Maasland.
Bewaarplaats: Kerkschat parochiekerk van Sint Amelberga, Susteren.
In oorsprong was Susteren vermoedelijk een dubbelklooster.  In 891 werd Susteren in de bronnen vermeld als abdij waar “sancte moniale femine” of heilige moniale vrouwen verbleven. Rond dezelfde periode werd het klooster verwoest n.a.v. de invallen van  de Noormannen.  Later werd de abdij  door  Arnulf van Karinthië geschonken aan Siginand van Prüm, die het op zijn beurt schonk aan de abdij van  Prüm. Dit laatste werd bevestigd door Zwentibold in 895 en later door Karel de Eenvoudige (916) en Otto  I (946). Vanaf deze periode tot aan 1312 zijn er geen oorkonden voor handen. In de 14de eeuw is de abdij  niet langer een vrouwenklooster maar wel een wereldlijke  stift bestaande  uit  10 kanunnikessen en  4  kanunniken. De regel van Benedictus werd er gevolgd, zo blijkt uit de statuten uit 1348. Susteren zal  gedurende  de  14de eeuw  geduid  worden  als een benedictijns  klooster.  Adellijke  vrouwen  die  wilden  toetreden moesten in het bezit zijn van eerst minstens 8 en later 16 kwartieren.  In de 16de eeuw werd  Susteren een  seculier kapittel genoemd. De vrouwen van  het  stift moesten vluchten in  1794 voor  de  Fransen en in 1802 werd het stift uiteindelijk opgeheven na enkele jaren van leegstand.  Een  aanzienlijk  deel  van  het  archief  is echter  onvindbaar  sinds  het  einde  van  de  18de  eeuw.  Volgens de mondelinge overlevering werd net voor de komst van de Fransen het archief verbrand door  de rentmeester van het kapittel J.L. Backhaus, om zo confiscatie van de goederen te voorkomen. Hij zou  hiervoor twaalf dagen nodig gehad hebben, wat wijst op een behoorlijke omvang van het archief.  Een klein  deel  (enkele  registers)  werd  geconfisqueerd  door  de  Fransen  in  1802.  De  prefect  van het  Roermonddepartement  stuurde  hierop  een  brief  naar  abdis  Clementine  van  Hessen (1747-1813),  met  het  dreigement  de  documenten  van  het  kapittel  over  te  leveren.  Zij  zou gerepliceerd  hebben  dat  Backhaus  in  het  bezit  was  van  de  archivalia.  Hij  op  zijn  beurt beschuldigde  Maria  Brenke  zu  Wever,  de  net  overleden  kanunnikes van Susteren. Volgens Backhaus waren de archivalia  overgebracht naar Duitsland. Uiteindelijk vonden huiszoekingen plaats bij enkele oud-kanunniken (waaronder Backhaus) in 1806  en  in  1813.  Zij  bleken  enkele documenten  in  hun  bezit  te  hebben. Samen met de documenten gevonden in 1802 werden  deze  stukken  gedeponeerd  in  het  Staatsarchiv  Düsseldorf.  In  1926  kwam  het  archief  (d.i.  echter niet  het  volledige  archief)  uiteindelijk naar het rijksarchief Limburg, Maastricht.

Datering: Eerste helft 11de eeuw. Toevoegingen: 12de‐13de eeuw,  eerste helft 15de eeuw, 17de‐18de eeuw.

Taal: Latijn, Duits

Schrift:   Unciaal,  Karolingische  minuskel.  Verschillende  handen.  Het  eerste  deel  van  het  evangeliarium  heeft  telkens 26 regels, daarna steeds 28, blinde liniering.

Afmetingen folio: 243 x 179 mm, uitzondering is de tweede kruisigingsminiatuur ( 15de eeuw), deze meet  235 x 165 mm.

Inhoud:
Evangelistiarium, Dedicatieminiatuur, Canontafels van Eusebius, Inventarius van kerkgoederen, Voorrede Hiëronymus op de vier evangeliën,
Kruisigingsminiatuur I, Proloog op evangelie Mattheus, Voorstelling Mattheus, Evangelie Mattheus, Proloog Marcus, Eedformule, Portret Marcus, Evangelie Marcus, Twee eedformules, Portret Lucas, Kruisigingsminiatuur II, Proloog Lucas, Eedformule, Evangelie Lucas, Proloog Johannes, Eedformule, Eedformule, Portret Johannes, Evangelie Johannes, Pericopen, Gebeden en zegeningen voor Palmzondag.

Inscripties:   Op  f.  1r  staat  volgende  inscriptie:  “Propieté  de  l’eglise  paroisiale  de  Susteren.
Limbourg.  Hollandais”.  Het  evangeliarium  van  Susteren  bevat  zes  eedformules,  deze  zijn  terug  te  vinden  op  verschillende  plaatsen  in  het  boek  (ff.  50r,  74r,  76v,  115v).  Aantredende abdisse, kanunnikessen en  kanunniken,  vicarissen  en  leden  van  de  commissie  die  de  aspirant‐kanunniken  van  adellijke  afkomst  moesten controleren: allen moesten zij een eed zweren. De edenvan de kanunniken zijn opgesteld in het  Latijn, de overige eden in het Duits.

Materiaal:  Perkament,  verschillende  diktes  met een  variatie  van  0,16 mm  (folio  91)  tot  0,43 (folio 75).  De dikkere folio’s hebben weergaten, waarbij  een met haarinplant ( folio 113)

Binding:   Het boek werd in de vroege of midden 19deeeuw ingebonden in een soort houten kistje.
De opstaande randen beschermen de snede  niet helemaal. Het boekblok is genaaid op vijf  touwen, en heeft een holle rug. Hierdoor  gaat het boek relatief goed open, maar de  binding is absoluut niet aangepast aan de  structuur en de historische context van het  handschrift. De lederen platten vertonen  sporen van een afdruk van een verdwenen  centrale cartouche of medaillon en hoekstukken. Tijdens de negentiende eeuw werd het  boek opnieuw ingebonden en  gerestaureerd. Voor‐ en achteraan werden  nieuwe schutbladen toegevoegd (vooraan 4  en achteraan 6) voor 1890, “membra  disjecta”, recuperatie uit een  muziekhandschrift (15de eeuw,  Antifonarium, 3 lijnige notenbalk met rode  F-lijn, gotische neume oa. [Predicantes  preceptum domini constituti sunt in mon] te  sancto eius. Quare fermuerunt.

Miniaturen en illustraties   Het handschrift bevat in het totaal zeven  miniaturen.

Conservatiebehandeling

Er werden allereerst een reeks hoge resolutie conditiefoto’s  gemaakt

Het volledige boekblok kreeg een zachte droogreiniging met behoud van de historische gebruik sporen.  De volgende stap was het lossnijden van het dekbladen en de verbinding tussen boekblok enband door  het doorsnijden van de 19de-eeuwse dubbele touwen met een scalpel. De rug aan de
boekband werd  zachtjes losgetrokken met een vouwbeen, wat soepel gebeurde, de verlijming met beenderlijm was erg  zwak.

De volgende fase was het losmaken van de stroken tussen de bindingen wat met een spatel en scalpel  werd gerealiseerd. Hierna werd de verharde beenderlijm stap voor stap verwijderd door het aanbrengen  van een 3% emulsie van tylose/water. Het reinigen gebeurde in vier sequenties.

In  het  kader  van  het  kunst-technisch  onderzoek  worden  de  gebruikte  pigmenten  en  inkten geanalyseerd op een niet-invasieve wijze. Er wordt gebruik gemaakt van macro X-straal  fluorescentie scanning (MA-XRF). Met deze techniek worden de chemische elementen, aanwezig in de verluchtingen  en  inkten  geïdentificeerd  terwijl  er  tevens  beelden  verkregen  worden  die  de  verdeling  van  deze  chemische elementen illustreren. De maculatuur binnen de boekband zal worden  behouden in situ de 19e -eeuwse boekband. Deze band  zal  als  een  afzonderlijk  artefact  worden  bewaard,  samen  met  de  bindingen  en  de naaidraden ( het ‘archief’ van de binding).

In  het  kader  van  het  kunst-technisch  onderzoek  worden  de  gebruikte  pigmenten  en  inkten van de miniaturen geanalyseerd op een niet-invasieve wijze. Er wordt gebruik gemaakt van macro X-straal  fluorescentie scanning (MA-XRF). Met deze techniek worden de chemische elementen, aanwezig in de verluchtingen  en  inkten  geïdentificeerd  terwijl  er  tevens  beelden  verkregen  worden  die  de  verdeling  van  deze  chemische elementen illustreren.

Voorbereiding herinbinden

Het  Susteren  manuscript  zal  worden  ingebonden  in  een  conservatieband  in  eikenhouten berderen,  genaaid met vlastouw op aluinlederen riemen, gebruik makend van de eerdere naaiperforaties. Deze berderen  zullen  worden gerecupereerd uit oude eikenhouten panelen van ca. 200 jaar oud ( oud eikenhout heeft veel  minder looistoffen dan nieuw eikenhout).

Vanuit historisch perspectief werd geopteerd om een soepel wit aluin gelooid leder te gebruiken voor de boekband en voor een halflederen boekband. Het leder werd plaatselijk uitgedund aan de inslagen met een scalpel. De kleine perforaties in de katernruggen werden na het verwijderen van de lijmresten met Tylose en scalpel lokaal geconsolideerd met dun Japans papier.

Hernaaien

De naaibank werd voorbereid door drie aluinlederen riemen te monteren met een centrale insnijding ter dikte van het boekblok. De positie van de bindingen werd bepaald door de drie oude naaiperforaties, i.p.v. de vier bij de vorige binding. Er werd van achter naar voren genaaid met een dubbele rondslag. De verbinding van de verschillende naaidraden werd gerealiseerd aan de ketting van kop en staart van het boekblok. De bindingen werden overnaait met een ronde naald.

Schutbladen

Voor- en achteraan werd een bifolium toegevoegd in dun kalfsperkament. Deze werden meegenaaid met het boekblok.

Besteekband

Na het hernaaiien werd een primaire en secundaire besteekband gerealiseerd. Als kern werd een aluinlederen riem gebruikt van 2,5 mm. De eerste besteekband werd in naturel vlaslinnen gerealiseerd met hechting in de katernruggen op een achttal plaatsen. De tweede decoratieve besteekband in wit en groene zijde met een vierdubbele draad. Hierna werden de uiteinden van de lederen kern afgesneden met een scalpel.

Rugbeleg

Het rugbeleg bestaat uit twee dunne lage Kozo, aangebracht met stijfsel. Hierna werd een dunne lederen chemise aangebracht waarvan de uiteinden werden neergekleefd aan de binnenzijde van de platten.

Inrijgen bindingen

Ter hoogte van de positie van de bindingen werden zes gaatjes geboord in de eikenhouten platten voor de inrijging van de zes bindingen (3,5mm). Aan de binnenzijde werd het eikenhout lokaal uitgedund om zo weinig mogelijk opdikking van de lederen riemen te krijgen. De drie lederen riemen werden ingeregen in het voor- en achterplat en met een kleine houten pin vastgezet. Finaal werd de riemen aan de buitenzijde afgesneden met een scalpel.

Bekleden van de boekband

Het aluingelooid leder werd licht bevochtigd aan de vleeszijde en hierna twee maal met stijfsel ingelijmd met uitzondering van de rugzone. Het boekblok werd verticaal op de tafel geplaatst en leder over de rug getrokken en in vorm gebracht met een vouwbeen. Hierna werd het in medische spanlinten geregen om het droogproces te controleren. Dit werd in de opeenvolgende uren verschillende malen herhaalt. De rug is een losse rechte rug die niet is vastgekleefd aan de katernruggen.

Afwerking

De meegenaaide perkamenten schutbladen werden afgesneden tot 50 mm, dezelfde hoogte als de aluinlederen bekleding aan de buitenzijde. Deze werd in twee fasen neergekleefd met stijfsel en hierna gedroogd onder lichtbezwaar.